21.3.12

May your life be as awesome as you pretend it is on Facebook.

Het is een feit dat vele internetgebruikers zich in meer of mindere mate geintimideerd voelen na het lezen van de flitsende status updates op facebook, tweets of blogposts van hun honderden vrienden en door de fantastische levens die zij lijken te leiden. Zij vragen zich vervolgens voortdurend af waarom hun eigen leven zo bloody saai is. Terwijl; het leven is saai. Vaak. In ieder geval niet elke dag fabulous.
Niet dat ik nu een pleidooi tegen social media wil houden, integendeel zelfs. Ik ben dol op facebook! Maar ik herken mezelf wel in bovenstaande. Ik heb ook wel eens heel blij ge-update, of verslagen van fan-tás-tische weekendjes geblogd, waarbij ik dan natuurlijk de ongelooflijke stennis die 's ochtends tussen Stefan en mij was ontstaan over wat het dan ook maar zou kunnen zijn waarover men in een landurige relatie ongelooflijke stennis over zou kunnen maken, onvermeld liet. Om maar wat te noemen. Ter illustratie.
Goed, beter, best. Mooi, mooier, mooist.
Maar waarom eigenlijk? Waarom niet gewoon eerlijk? Ik pleit ervoor om ook eens een boekje open te doen over een totaal mislukt weekeinde. Of de toestanden met je kinderen. Het feit dat je nooit hippe feestjes afstruint. Als lezer denk je opgelucht: ah, dus bij hun gaat het ook altijd zo! En als schrijver is het ook wel eens fijn zulks te delen. 
Dit alles ging door mijn hoofd toen ik zojuist hier, achter de computer zittende, bedacht dat vandaag alweer zo'n dag was om niet over naar huis te schrijven. Of een blog te posten, want dat is wat ik nog wel eens pleeg te doen. In mijn hoofd heeft zich kennelijk toch vastgezet dat er niet te schrijven valt over zo'n dag als vandaag. Maar wacht, ik probeer het gewoon eens:
Het was vandaag een dag die begon met prachtig weer, maar met weinig energie. Ik zat, nadat ik Nona naar school had gebracht, tot half tien voor me uit te staren aan de eettafel. Ik dacht aan al de dingen die ik eigenlijk moest doen. De belasting, de administratie, de voorkamer afschilderen, de was. Maar ik kwam niet in beweging. 
Ik besloot het huis te ontvluchten naar het winkelcentrum te gaan voor een paar boodschappen. Ik sprak mezelf streng toe over op de fiets gaan in het kader van meer bewegen en milieu, maar nam uiteindelijk toch de auto. Op het winkelcentrum paste ik vijf broeken die ik allemaal niet verder dan mijn knieen kreeg. Daarna ging ik naar school, -nu wel op de fiets- omdat ik had beloofd te helpen met de verkeersweek. Uiteraard kwam ik er pas daar achter dat ik een educatieve rol had, iets dat me niet direct op het lijf geschreven is. Ik begeleidde drie groepjes van tien kinderen en was na afloop afgepeigerd en schor omdat de drie, vier en vijfde groepers natuurlijk dol van lente waren, en van buiten spelen en de foutieve aanname dat er op de eigen fietsen mocht worden rondgescheurd op het plein, en bovenal niet vreselijk geinteresseerd bleken in links-rechts-links kijken op een gekrijtte kruising. Gekruitte krijsing.
Ik ging naar huis en hing toch nog een wasje aan de lijn.
Ik ging terug naar school en zei nee tegen een speelafspraakje van Nona, onder andere omdat ik aan het eind van de middag nog moest werken en dat logistiek vaak gedoe oplevert. Toen ik een uurtje thuis was, belde de instelling waar ik zou werken om af te zeggen wegens een dingetje daar. Had Nona dus toch kunnen spelen.
Ik ging boodschappen doen en miste een oproep van een afgeschermde beller, die ik dus niet terug kon bellen. Ik kookte en bracht Nona naar bed. Ik las nog wel heel geanimeerd voor uit Harry Potter (de scene waarin Ron een brulbrief van zijn moeder ontvangt kwam speciaal goed uit de verf, al zeg ik het zelf) en keek daarna tv, totdat het bedtijd werd. Gelukkig zag ik nog net dat de computer nog aan stond. Ik zette hem aan om hem uit te zetten en van het een kwam natuurlijk weer het ander, dus nu zit ik hier weer veel te laat te tikken. 
Goed. Nu weet ik het. Er valt dus best te schrijven over zo'n dag als vandaag. 
Maar of dit nou... 
Misschien volgende keer toch maar weer aftoppen met een magisch jusje van lieg. En misschien een blije familiefoto. Wat was daar ook alweer mis mee? Eigenlijk?







11.3.12

The making of...

De Nimbus 3000 (het ge-upgrade modelletje)

Toen we van de week door het park fietsten had ik al gezien dat de wilgen waren geknot en dat de takken er nog lagen. Katjes eraan en al.
Gisteren maakte Mieke, Nona's fysiotherapeut/paardrijjuf, de details van het jaarlijkse ponykamp bekend: Het thema dit jaar is: Heksen. En je moet je eigen bezem meenemen!
Met een verrukt gezicht keek Nona mij aan. Wij zitten momenteel diep in de Harry Potter fase, dus dit nieuws paste prachtig  in haar wegiswegje. Een nimbus 2000, ik wil een nimbus 2000, fluisterde ze mij toe. Ik dacht aan de wilgentakken en beloofde haar dat wij de mooiste nimbus in elkaar gingen knutselen die ze ooit gezien had.
Vandaag was het zo'n mooie dag dat we meteen aan de gang konden. Met ons drieen togen we het park in en haalden daar een hele bos takken.
Thuis sorteerden en knipten we ze nog een beetje op maat en terwijl Nona vertrok om met wat meisjes uit de buurt te gaan spelen, was het aan mij om de bos deugdelijk aan de steel te knutselen.

Ik heb de blaren op mijn vingers, maar het resultaat mag er zijn:



Nona vloog uit om de nimbus te gaan showen en binnen een half uur stonden er twee buurdames op de stoep die ook wel zo'n mooie bezem wilden! Hup, opnieuw het park in en twee extra nimbi geknutseld.
Nieuwegein is drie blije heksen rijker.

7.3.12

Jeronimo is dood II

Het kan zijn dat ik mij niet meer zo snel de pis aan de kook laat brengen door vaag nieuws sinds de affaire 'brand in Zwitserland' bij ons thuis, vroeger. Zwitserland-gate.
We schrijven het jaar negentienvijf-zes-zeven- of achtentachtig. Mijn moeder staat voor de tv, misschien staat de radio tegelijkertijd aan en ze zapt, de ogen nog dik van de slaap, koortsachtig langs alle zenders. Toentertijd nog maar een stuk of drie denk ik, dus dat ging lekker snel.
Op de vraag wat ze aan het doen is, begint ze te ratelen: ze heeft gehoord dat er een enórme brand is, ergens in Zwitserland, echt waar, alles staat in brand en ze kunnen het maar niet blussen, er is zelfs aan omringende landen gevraagd of die versterkende brandweerteams willen sturen! Wow, dat is nieuws! Wat staat er dan zoal in de fik, willen wij natuurlijk weten. Nou, dat weet mijn moeder ook niet precies. Maar een ding weet ze wel; het is heul verschrikkelijk.
Toch gek dat half Zwitserland in de as ligt en geen enkel journaal melding maakt van de ramp. Geen onderbroken uitzendingen, geen newsflashes, niks. Hoe moeten we nu uitvinden waar onze hulpgoederen;  dekens en overgeschoten huisraad naartoe moeten worden getransporteerd? Ogottogot, die arme mensen toch.
Om een lang verhaal enigzins in te korten: na een journaal of drie moest mijn moeder dan toch schoorvoetend toegeven dat ook zij begon te vermoeden dat zij het hele rampverhaal misschien wel gedroomd had. Zou kunnen hebben.
U hoeft zich alleen maar af te vragen: bestaat Zwitserland?, en u weet het antwoord ook.
Gelukkig maar, want wat zouden we moeten zonder dat gezellige gebrabbel, de koekoeksklokken, het belgelui der gele koeien, de Alpjes, de mogelijkheden op het gebied van fiscaal aantrekkelijk gefiedel, het is verrukkelijk, Zwitserland en we zijn blij dat het niet is afgebrand!
Het zou dus kunnen, dat hier, in dit verhaal, de oorzaak ligt van het vlot weglachen van Nona's nieuws over de dode Jeronimo. Arm, arm kind. Vanavond deed ik het verhaal nog eens uit de doeken aan Stefan, schaterlachend natuurlijk. Nona zat erbij en baalde als een stekker. "Ik zeg het jullie nog een keer: het is wáár!" riep ze getergd, en dat hielp helemaal niks. Wij hadden het hele verhaal al beoordeeld als quatsch, een grappige droom, en niks wat zij zei kon daar verandering in brengen.
Ik had haar natuurlijk serieus moeten nemen, heks die ik ben. En dat deed ik niet, alleen maar omdat ik zo dol ben op Zwitserlandgate-achtige verhalen.
Zojuist deelde mijn wederhelft, na een kennelijk iets doeltreffender dodejeronimozoeksessie, mij droog mede: "Nou, het is toch waar hoor. Hij is dood. Jeronimo."
Kijk maar:
http://zapplive.ncrv.nl/uitzendinggemist/fragment/zppdelict-met-jeronimo
T is wat.

Jeronimo is dood

"Jeronimo is dood." Mijn dochter meende mij vanochtend, nog voordat ik mijn ogen goed en wel open had gedaan, deelgenoot te moeten maken van dit droevige nieuws. "Oh?" zei ik. "Wie is dat eigenlijk, Jeronimo?" "Dat is een zanger, Jeronimo." wist zij. "Oh." Ik was er even stil van. Jeronimo, het zei me eigenlijk niks, ook niet in de verte. De indiaan Geronimo, die ken ik wel. Maar is dat een held waar hedendaagse kinderen mee dwepen? Lijkt me niet. Dan heb je nog de muis Geronimo, maar die zou zij niet met een zanger verwarren. "Hoe komt het dan, dat Jeronimo dood is?" vroeg ik. "Dat is denk ik een beetje te akelig om aan jou te vertellen" zei Nona bedachtzaam. "Wil je het echt weten?" "Ja, natuurlijk, vertél!" zei ik. Wat een briljante verkooptactiek legde mijn kind hier even aan de dag. Ineens was ik vol aandacht voor die onbekende Jeronimo. "Nou"... ze pauzeerde een momentje voor het effect, "Hij is gestikt door een van zijn fans. Akelig, hè?"  Nou, dat was inderdaad akelig. Als het waar was. Want ik ken mijn dochter langer dan vandaag, en dit nieuwsbericht begon de contouren te krijgen van een fantasieverhaal. Ik greep naar mijn telefoon, want ik was nog niet opgestaan en sinds ik kan internetten op mijn telefoon doe ik dat ongeremd, te pas en te onpas en het liefst in bed. Zó handig! Weet niet hoe ik al die jaren zonder kon, maar dit terzijde. Google gaf melding van een wel degelijke zanger Jeronimo, maar die was -gelukkig maar- niet dood, tenzij Nona een scoopje had. Wat ik niet denk hoor. Daar heb je toch connecties voor nodig die zij niet heeft.
Ze had het vast gedroomd. Ik liet het er maar bij.
We gingen naar school, waar een leuke minitentoonstelling was over de oertijd. Nona liet me haar zelfgekleide dinosaurier zien - ook al dood, nahja: uitgestorven- en toen ik weer thuis was, vond ik de krant toch nog op de mat (die al de hele week niet gewoon op ochtendkranttijdstip bezorgd schijnt te willen worden) met op de achterkant een uplifting tweet van de tv-visagist Thijs Willekes. "Een hele sexy maar bovenal stralende morgen voor iedereen!" luidde die.
Briljant. Weg met het ouderwetsche 'goedemorgen'. Vier het leven en vier het glamoureus, ook op een grijzige woensdag! Ga'k ook doen.
Dus.
In navolging van Thijs aan u allen en vooral ook aan Jeronimo, de levende zanger: séxymorgen!
En maak er nog een gezellige dag van!