We schrijven het jaar negentienvijf-zes-zeven- of achtentachtig. Mijn moeder staat voor de tv, misschien staat de radio tegelijkertijd aan en ze zapt, de ogen nog dik van de slaap, koortsachtig langs alle zenders. Toentertijd nog maar een stuk of drie denk ik, dus dat ging lekker snel.
Op de vraag wat ze aan het doen is, begint ze te ratelen: ze heeft gehoord dat er een enórme brand is, ergens in Zwitserland, echt waar, alles staat in brand en ze kunnen het maar niet blussen, er is zelfs aan omringende landen gevraagd of die versterkende brandweerteams willen sturen! Wow, dat is nieuws! Wat staat er dan zoal in de fik, willen wij natuurlijk weten. Nou, dat weet mijn moeder ook niet precies. Maar een ding weet ze wel; het is heul verschrikkelijk.
Toch gek dat half Zwitserland in de as ligt en geen enkel journaal melding maakt van de ramp. Geen onderbroken uitzendingen, geen newsflashes, niks. Hoe moeten we nu uitvinden waar onze hulpgoederen; dekens en overgeschoten huisraad naartoe moeten worden getransporteerd? Ogottogot, die arme mensen toch.
Om een lang verhaal enigzins in te korten: na een journaal of drie moest mijn moeder dan toch schoorvoetend toegeven dat ook zij begon te vermoeden dat zij het hele rampverhaal misschien wel gedroomd had. Zou kunnen hebben.
U hoeft zich alleen maar af te vragen: bestaat Zwitserland?, en u weet het antwoord ook.
Gelukkig maar, want wat zouden we moeten zonder dat gezellige gebrabbel, de koekoeksklokken, het belgelui der gele koeien, de Alpjes, de mogelijkheden op het gebied van fiscaal aantrekkelijk gefiedel, het is verrukkelijk, Zwitserland en we zijn blij dat het niet is afgebrand!
Het zou dus kunnen, dat hier, in dit verhaal, de oorzaak ligt van het vlot weglachen van Nona's nieuws over de dode Jeronimo. Arm, arm kind. Vanavond deed ik het verhaal nog eens uit de doeken aan Stefan, schaterlachend natuurlijk. Nona zat erbij en baalde als een stekker. "Ik zeg het jullie nog een keer: het is wáár!" riep ze getergd, en dat hielp helemaal niks. Wij hadden het hele verhaal al beoordeeld als quatsch, een grappige droom, en niks wat zij zei kon daar verandering in brengen.
Ik had haar natuurlijk serieus moeten nemen, heks die ik ben. En dat deed ik niet, alleen maar omdat ik zo dol ben op Zwitserlandgate-achtige verhalen.
Zojuist deelde mijn wederhelft, na een kennelijk iets doeltreffender dodejeronimozoeksessie, mij droog mede: "Nou, het is toch waar hoor. Hij is dood. Jeronimo."
Kijk maar:
http://zapplive.ncrv.nl/uitzendinggemist/fragment/zppdelict-met-jeronimo
T is wat.
2 opmerkingen:
Misschien dat die brand in Zwitserland dan ook...
F.
Dat is denk ik een doofpotaffaire geworden...
Een reactie posten