28.5.13

To bee or not to bee

Een jaar of twee geleden leek het ons heel leuk om een bijenvolk in de tuin te hebben. Ja, je leest het goed; een bijenvolk. Imkerij. Met zo'n rieten korf enzo.
Dus gingen we eens voorzichtig kijken en een beetje praten met imkers enzo, maar we kwamen al gauw tot de conclusie dat wij het fanatisme, dat we bij het menselijke bijenvolk aantroffen, misten. Bovendien, ik hou niet eens heel erg van honing, en ik zag me ook weer niet met een pijp en een hoedje met bungelende kurkjes aan de rand door de tuin scharrelen. 
Goed, geen bijenkorf dus.

Maar nog steeds stonden we er met onze neus bovenop als er bij ons een argeloos bijtje neerstreek op de bloemen. "Kijk es, wat grappig, hij heeft een stuifmeelbroekje', zeiden we dan. Of: 'Deze is heel harig'. En we probeerden ze op de foto te zetten, wat meestal mislukte. We leerden dat de 'losse' bijen die je af en toe in je tuin ziet vliegen, solitaire bijen zijn. Eenlingen, die niet bij een volk horen. We plantten planten waarvan we wisten dat ze bijen aantrekken om de bijen een handje te helpen, net zoals we de vogeltjes voeren als er een dik pak sneeuw ligt. Gewoon omdat het zo gezellig is. En bijen nuttig zijn. En we steeds vaker - ik kom nogal eens bij de menschen thuis - voor- en achtertuinen zien die volledig bestraat, of op een haar na geasfalteerd zijn. En daar kunnen beestjes niet zoveel mee. En mensen volgens mij ook niet, want zeg nou zelf: waar zit je liever als de temperatuur in Nederland boven de 25 graden stijgt; tussen het lommerijk groen, of op een zinderende betontegelwoestijn gelijk een worstje op een steengrill?

Ok. Een groene oase hebben we, en een paradijs voor bijen (en andere beestjes), dat willen we.
Om er nou voor te zorgen dat de bijen die onze tuin bezoeken ook bij ons blijven, hebben we daarom onlangs een bijenhotel gebouwd. We hadden nog hout over van de deksel van Nona's zandbak die tegenwoordig met een groot woord 'moestuin' heet en vol staat met zaailingen van eetbare dingen die ik zo niet weet op te noemen, omdat ik mij niet met de moestuin bemoei.
Ik had een uitermate hands on werkbeschrijving getekend:











Maar eerlijk is eerlijk; meer komt er dus ook gewoon niet bij kijken.
En daar gingen we.
Nona kleedde zich er even speciaal voor aan; aan haar de belangrijke taak van het uithollen van bamboestokjes.











Ik sloeg een pot die de winter toch al niet ongeschonden was doorgekomen aan scherven:











En Stefan schroefde de boel in elkaar:











We hingen het op een rustig plekje op, en begonnen met de inrichting. Kom maar, bijtjes!:











En pfff, echt waar, nou woont er een metselbijtje!
Kijk, een gaatje is al dicht, de andere bijna.
Eigenlijk zijn het kraamkamertjes. De bij legt er haar eitjes in. Achteraan de dochters, vooraan de zoons, zodat de mannen de weg vrij kunnen maken voor de dames. Die er overigens pas volgend jaar uitkomen!
Gauw maakten we meer kamertjes:
Een tip: wil je ook een bijenhotel maken, denk dan aan de afmetingen. Die van ons is ongeveer 60 x 50 cm en dan ben je lang bezig met de inrichting. Als ik t nog een keer moest doen, zou ik 'm minstens de helft kleiner maken.
In de ruimten die nu nog open zijn proberen we straks nestkastjes/overwinterruimte voor vlinders en lieveheersbeestjes te maken.





Oja, het is belangrijk om planten in de buurt van je hotel te zetten waar de bijen op af komen, anders blijven de gasten weg!Ons hotel hangt in de buurt van de mierikswortel (de witte bloemen) en de geranium (de donkerpaarse, het is een geranium 'phaeum') 
Andere goede bijenplanten (die ook in onze tuin voorkomen) zijn: verbena, phacelia, thijm, framboos, stokroos, en nog veel meer! 



Geen opmerkingen: